11 september: Een dag die de wereld voorgoed veranderde




Op 11 september 2001, een heldere dinsdagochtend, werden de Verenigde Staten getroffen door een reeks terroristische aanslagen die de wereld voorgoed zouden veranderen. De aanvallen, uitgevoerd door het terroristische netwerk Al-Qaeda, richtten zich op iconische gebouwen in New York City en Washington D.C.
De ergste aanslag vond plaats in New York City, waar twee gekaapte vliegtuigen de Twin Towers van het World Trade Center binnenvlogen. De inslag en de daaropvolgende brand veroorzaakten het instorten van beide torens, waarbij bijna 3.000 mensen omkwamen.
Een derde gekaapt vliegtuig vloog in het Pentagon, het Amerikaanse ministerie van Defensie in Washington D.C., waarbij 184 mensen omkwamen. Een vierde vliegtuig, met als doel het Witte Huis of het Capitool, stortte neer in een veld in Shanksville, Pennsylvania, toen passagiers en bemanningsleden de controle over het vliegtuig overnamen.
De aanslagen van 11 september hadden een enorme impact op de Verenigde Staten en de wereld. Ze leidden tot de oorlog tegen terrorisme en de invasies van Afghanistan en Irak. Ze veranderden ook de manier waarop we reizen, met strengere veiligheidsmaatregelen op luchthavens en andere transportknooppunten.
In de nasleep van de aanslagen was er een gevoel van eenheid en patriottisme in de Verenigde Staten. Mensen kwamen samen om te rouwen om de slachtoffers en om hulp te bieden aan degenen die getroffen waren door de tragedie.
21 jaar later herinneren we ons de slachtoffers van de aanslagen van 11 september en eren we hun nalatenschap. We blijven ook waakzaam tegen terrorisme en zijn vastbesloten om zo'n tragedie nooit meer te laten gebeuren.