Als Brusselaar ben ik stiff van trots op ons gewest. We hebben alles wat een mens zich maar kan wensen: cultuur, geschiedenis, lekker eten en vooral veel gezelligheid. Maar er is één ding waar ik me altijd over heb verbaasd: hoe dicht we eigenlijk bij het platteland zitten. In amper 20 kilometer sta je in hartje Vlaams-Brabant, tussen de velden en de bossen.
Onlangs besloot ik om eens een fietstocht te maken naar het Pajottenland. Ik had gehoord dat het daar prachtig was, en dat wilde ik weleens met eigen ogen zien. Ik pakte mijn fiets en reed richting Asse. Na een half uurtje fietsen was ik al in het Pajottenland, en wat ik zag was adembenemend. Het was alsof ik plots in een andere wereld was beland.
De velden waren er zo groen als gras, en de bossen waren zo dicht dat je er bijna niet doorheen kon kijken. Ik fietste langs kleine dorpjes en eeuwenoude kastelen, en het voelde alsof ik terug in de tijd was gereisd. De mensen waren er vriendelijk en gastvrij, en ik voelde me meteen thuis.
Ik fietste de hele dag door, en ik genoot van elke minuut. Het was heerlijk om weg te zijn uit de drukte van de stad, en om te kunnen genieten van de rust en de natuur. Ik stopte bij een boerderij om wat verse melk te kopen, en ik had een leuk gesprek met de boerin. Ze vertelde me alles over haar leven op het platteland, en over hoe ze genoot van de rust en de vrijheid.
Toen ik 's avonds weer thuis kwam, was ik helemaal zen. De fietstocht had me goed gedaan, en ik had even kunnen ontsnappen aan de drukte van het stadsleven. Ik besefte dat we als Brusselaars eigenlijk heel veel geluk hebben. We wonen in een bruisende stad, maar we hebben ook de mogelijkheid om in amper 20 kilometer te genieten van de rust en de schoonheid van het platteland.
Dus als je ooit eens nood hebt aan een break van het stadsleven, raad ik je aan om eens een fietstocht te maken naar het Pajottenland. Je zult er geen spijt van krijgen.