Ik denk aan 4 mei.
Ik denk aan de verhalen van mijn grootouders over de oorlog.
Ik denk aan de moed van de mensen die vochten voor onze vrijheid.
Ik denk aan de verschrikkingen van de oorlog.
Ik denk aan de mensen die hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid.
Ik denk aan de families die hun dierbaren hebben verloren.
Ik denk aan de weduwen en de wezen.
Ik denk aan de pijn en het verdriet van de oorlog.
Ik denk aan de honger en de kou.
Ik denk aan de angst en de onzekerheid.
Ik denk aan de hoop en de kracht van de mensen die de oorlog hebben overleefd.
Ik denk aan de moed om door te gaan.
Ik denk aan de liefde voor het leven.
Ik denk aan 4 mei.
Ik denk aan de vrijheid die we hebben.
Ik denk aan de democratie die we hebben.
Ik denk aan de welvaart die we hebben.
Ik denk aan de verantwoordelijkheid die we hebben.
Ik denk aan de verantwoordelijkheid om onze vrijheid te verdedigen.
Ik denk aan de verantwoordelijkheid om onze democratie te beschermen.
Ik denk aan de verantwoordelijkheid om onze welvaart te delen.
Ik denk aan 4 mei.
Ik denk aan de toekomst.
Ik denk aan een wereld zonder oorlog.
Ik denk aan een wereld waarin iedereen vrij is.
Ik denk aan een wereld waarin iedereen in vrede leeft.
Ik denk aan 4 mei.
Ik denk aan de hoop.