CD&V: van boerkebonk tot meevoerder van een middenpartij




In de memorabele verkiezingsstrijd van 2024 werd de Christen-Democratische en Vlaamse partij (CD&V) opgeschrikt door een verlies van bijna 6 procent, een tik die de partij tot het derde wiel maakte in de Vlaamse politiek. Was dit het einde van de ooit zo machtige partij? Of was het een mogelijkheid om te herbezinnen en te herbronnen?

Als je de geschiedenis van de CD&V zou samenvatten in een citaat, zou je kunnen zeggen: "Van boerkebonk tot meevoerder van een middenpartij." De partij werd opgericht in 1972 als een fusie tussen de Christelijke Volkspartij (CVP) en de Vlaamse Volkspartij (VVP). In die tijd stond de partij bekend als een conservatieve boerenpartij, maar in de loop der jaren evolueerde ze naar een meer gematigde centrumpartij.

Een van de belangrijkste factoren die bijdroegen aan de verschuiving van de CD&V naar het centrum was de opkomst van het Vlaams Blok (later Vlaams Belang). Het Vlaams Blok richtte zich op Vlaams-nationalistische kiezers en stak in op de groeiende ontevredenheid over het beleid van de federale regering. De CD&V verloor veel kiezers aan het Vlaams Blok, vooral op het platteland.

Om de electorale verliezen te compenseren, probeerde de CD&V haar imago te moderniseren en zich te richten op nieuwe kiezersgroepen, zoals jonge mensen en vrouwen. De partij verschoof ook haar standpunten inzake sociale kwesties, zoals abortus en euthanasie. Deze verschuiving naar links was echter niet populair bij alle leden van de partij en zorgde zelfs voor enige interne verdeeldheid.

Ondanks de interne problemen slaagde de CD&V erin om een belangrijke speler in de Vlaamse politiek te blijven. De partij was vertegenwoordigd in zowel de Vlaamse als de federale regering en leverde verschillende ministers en zelfs premiers. In 2007 vormde de CD&V een coalitie met de N-VA en Open Vld, een coalitie die de Vlaamse regering de bijnaam "Zilverblauw" opleverde.

De Zilverblauwe coalitie viel echter uiteen in 2011, na een conflict over het BHV-Dossier. De CD&V keerde terug naar de oppositie, waar ze verbleef tot de verkiezingen van 2014. In 2014 vormde de CD&V een coalitie met de N-VA, Open Vld en sp.a, een coalitie die de bijnaam "Zweeds Blauw" kreeg.

De Zweeds Blauwe coalitie viel uiteen in 2018, na een conflict over het VN-Migratiepact. De CD&V keerde terug naar de oppositie, waar ze verbleef tot de verkiezingen van 2019. In 2019 vormde de CD&V een coalitie met de N-VA en Open Vld, een coalitie die de bijnaam "Vlaamse Regering" kreeg.

De Vlaamse Regering viel uiteen in 2022, na een conflict over de stikstofcrisis. De CD&V keerde terug naar de oppositie, waar ze verbleef tot de verkiezingen van 2024. In 2024 verloor de CD&V bijna 6 procent van haar stemmen, waardoor ze terugviel naar de derde plaats in de Vlaamse politiek.

De CD&V staat nu voor een belangrijk kruispunt. De partij moet beslissen of ze haar huidige koers wil voortzetten of dat ze terug wil keren naar haar conservatieve wortels. De partij staat ook voor de uitdaging om nieuwe kiezers aan te trekken, vooral jonge mensen en vrouwen. Als de CD&V hierin slaagt, kan ze een belangrijke speler in de Vlaamse politiek blijven. Als dat niet lukt, dreigt de partij te marginaliseren en irrelevant te worden.