Christopher Columbus, die beroemde ontdekkingsreisiger, was volgens recente DNA-onderzoeken misschien geen Italiaan, zoals altijd gedacht werd, maar eerder een Sefardische Jood uit Spanje.
Dit verrassende resultaat komt naar voren uit een onderzoek van een team genetici van de Universiteit van Granada in Spanje. Ze analyseerden DNA-monsters van de overblijfselen van Columbus' zoon, Hernando Colón, en vergeleken die met DNA van moderne Sefardische Joden.
De resultaten toonden een sterke overeenkomst tussen het DNA van Hernando Colón en dat van moderne Sefardische Joden, wat suggereert dat Columbus zelf ook een Sefardische Jood was. Dit betekent dat hij afkomstig was van een Joodse gemeenschap die in de 15e eeuw uit Spanje werd verdreven.
Deze ontdekking heeft historici verbaasd, die altijd hebben aangenomen dat Columbus een Italiaanse ontdekkingsreiziger was. Het werpt nieuw licht op zijn leven en carrière en biedt een nieuw perspectief op zijn rol in de ontdekking van Amerika.
Als Columbus inderdaad een Sefardische Jood was, zou dat betekenen dat hij zijn religieuze identiteit verborgen hield om vervolging te voorkomen. In die tijd was antisemitisme wijdverbreid in Spanje, en Joden werden vaak gedwongen zich te bekeren tot het christendom of het land te verlaten.
Het is mogelijk dat Columbus zijn Joodse wortels verborg om zijn carrière als ontdekkingsreiziger te bevorderen. Door zichzelf voor te doen als christen zou hij de steun hebben gekregen van de Spaanse kroon, die de reizen naar Amerika financierde.
Het DNA-bewijs is echter niet definitief. Sommige historici beweren dat het DNA van Hernando Colón mogelijk is verontreinigd, wat de resultaten in twijfel zou trekken.
Meer onderzoek is nodig om de ware identiteit van Christopher Columbus te bevestigen. Maar de recente DNA-onderzoeken werpen intrigerende nieuwe vragen op over het leven en de erfenis van deze beroemde ontdekkingsreiziger.