Coca-Cola: Het geneesmiddel dat een wereldmerk werd




Stel je voor dat je een medicijn maakt voor hoofdpijn en maagklachten, en het uiteindelijk een van 's werelds meest herkenbare merken wordt. Dat is precies wat er gebeurde met Coca-Cola.
In 1886 bedacht de apotheker John Pemberton in Atlanta, Georgia, een drankje dat hoofdpijn en maagklachten zou verlichten. Hij noemde het "Coca-Cola" vanwege de twee hoofdingrediënten: cocabladeren en cola-noten. Cocabladeren bevatten cocaïne, dat toen een populair ingrediënt was in veel medicijnen en tonics.
Coca-Cola was aanvankelijk geen succes. Pemberton verkocht het eerste jaar maar 9 glazen per dag. Maar in 1888 voegde de boekhouder van Pemberton, Frank Robinson, suiker toe aan het recept en veranderde de naam in "Coca-Cola". De drank werd toen al snel populair en in 1891 werd The Coca-Cola Company opgericht.
In 1903 werd het cocaïne uit Coca-Cola verwijderd na zorgen over de verslavende eigenschappen. Maar de drank bleef populair en groeide uit tot een wereldwijd merk. Tegenwoordig wordt Coca-Cola in meer dan 200 landen verkocht en is het een van de meest herkenbare merken ter wereld.
Het verhaal van Coca-Cola is een fascinerende reis van een bescheiden begin tot een wereldwijd icoon. Het is een herinnering aan het belang van innovatie, marketing en een vleugje geluk.