Danemark – Spanje
Een onverwachte wending
Het was een zonnige dag in Kopenhagen toen de Deense en Spaanse voetballers het veld betraden voor hun Nations League-wedstrijd. Het Deense team, aangevoerd door de ervaren aanvoerder Simon Kjær, was vastbesloten om het sterke Spaanse team te verslaan, dat geleid werd door de wereldster Sergio Busquets.
De wedstrijd begon met een vliegende start, waarbij beide teams aanvallend voetbal speelden. De Deense spits Kasper Dolberg bracht zijn team al na vijftien minuten op voorsprong. De Spanjaarden reageerden echter fel en wisten binnen het half uur de gelijkmaker te scoren door een doelpunt van Ferran Torres.
Na rust bleven beide teams aanvallend spelen, maar de Spanjaarden hadden het grootste deel van het balbezit. Ze wisten echter niet door de Deense verdediging heen te breken, die voortreffelijk werk leverde onder leiding van Andreas Christensen.
In de 80e minuut was het dan toch raak voor Spanje. Een prachtige voorzet van Marcos Alonso bereikte Alvaro Morata, die de bal beheerst binnenkopte. De Deense doelman Kasper Schmeichel was kansloos.
De Deense spelers waren zichtbaar aangeslagen door de late tegentreffer, maar ze gaven niet op. In de blessuretijd kreeg invaller Andreas Skov Olsen een unieke kans om de gelijkmaker te scoren, maar zijn schot ging rakelings naast.
Uiteindelijk won Spanje de wedstrijd met 2-1, waardoor ze hun eerste overwinning in de Nations League boekten. De Deense spelers waren teleurgesteld, maar ze konden met opgeheven hoofd het veld verlaten. Ze hadden tegen een van de beste teams ter wereld gespeeld en hadden bewezen dat ze een geduchte tegenstander kunnen zijn.