Op 24 april gebeurde er iets dat mijn leven voor altijd zou veranderen. Het was een vrijdag, een dag die net als elke andere leek, maar die 's avonds een plotse wending zou nemen.
Ik zat in mijn kamer, verdiept in een spannend boek, toen de aarde plots begon te beven. De boekenkast schudde, het bed schommelde en allerlei spullen vielen naar beneden. Ik rende in paniek de kamer uit en riep mijn ouders. Samen met hen vluchtten we naar buiten, waar we zagen hoe onze buren ook in de straat stonden, hun gezichten wit van angst.
De aardbeving was hevig en leek eindeloos. Gebouwen stortten in, straten scheurden open en er heerste chaos alom. Toen het eindelijk voorbij was, bleven we verbijsterd achter. Onze stad was veranderd in een puinhoop.
In de dagen die volgden, werkten we allemaal samen om de schade te herstellen. We hielpen elkaar uit het puin, boden onderdak aan degenen die hun huis hadden verloren en probeerden het leven weer op de rails te krijgen. Het was een moeilijke tijd, maar ook een tijd van grote saamhorigheid.
De aardbeving heeft bij mij diepe sporen nagelaten. Ik heb veel geleerd over de kracht van de natuur, maar ook over de veerkracht van de mens. Het heeft me geleerd dat we zelfs in de moeilijkste tijden samen kunnen staan en dat we nooit de hoop mogen opgeven.
Elk jaar op 24 april denk ik terug aan die dag die alles veranderde. Het is een dag van herinnering, rouw en dankbaarheid. Het is een dag waarop ik besef hoe kostbaar het leven is en hoe belangrijk het is om elke dag ten volle te leven.
En zo, jaren later, sta ik nog steeds op dezelfde plaats waar ik die dag stond, maar deze keer met een hart vol herinneringen en een gevoel van diepe dankbaarheid.