De Sint die Sinterklaas werd




In het land van de verhalen, waar fantasie werkelijkheid wordt, leefde ooit een rijke koopman genaamd Nicolaas. Het verhaal gaat dat hij, toen hij nog maar een jong kind was, zijn hele fortuin weggaf aan de armen. Hij geloofde dat het bezit van rijkdom een last was en dat het veel beter was om het met anderen te delen.


Zo ging hij van stad naar stad, verspreidde hij blijdschap en vriendelijkheid overal waar hij kwam. Mensen begonnen hem te kennen als de Sint, de heilige man die altijd klaar stond om te helpen.


Op een koude winternacht, toen de sneeuw buiten dwarrelde, werd de Sint geconfronteerd met een verschrikkelijk gezicht. Drie arme kinderen zaten bibberend op straat, hun kleren gescheurd en hun magen knorrend van de honger.
Zonder aarzelen rende de Sint naar binnen en pakte drie gouden munten uit zijn beurs. Hij gooide de munten door het open raam van het huis, waar ze precies in de schoenen van de kinderen belandden, die ze naast de haard hadden gezet om te drogen.
De volgende ochtend ontwaakten de kinderen verbaasd en vol vreugde. Ze wisten niet wie hun redder was, maar ze begrepen dat het een wonder was.


Het verhaal van de Sint en de drie kinderen verspreidde zich snel. Mensen begonnen hem te zien als een beschermheilige, iemand die hen in tijden van nood zou helpen.


En zo werd de Sint, de rijke koopman die zijn bezit weggooide, Sinterklaas, de heilige man die geschenken bracht aan brave kinderen over de hele wereld.