De tafel van de hoop




Er stond eens een grote, mooie tafel in het midden van een stadspark. De tafel was gemaakt van donker hout en had ingelegde motieven van goud en zilver. Het was een prachtige tafel, en iedereen die hem zag, wilde eraan zitten.
Maar er was één probleem: de tafel was altijd leeg. Er zaten nooit mensen aan, en er stond nooit eten op. De tafel was gewoon een mooi ding om naar te kijken, maar verder had hij geen nut.
Eén dag liep er een arme man langs de tafel. Hij was hongerig en moe, en hij had nergens een plek om te slapen. Hij ging aan de tafel zitten en legde zijn hoofd op zijn armen.
Plotseling hoorde hij een stem.
"Wat is er aan de hand, jongeman?" vroeg de stem.
De man keek op en zag een mooie vrouw voor hem staan.
"Ik heb honger," zei de man. "En ik heb nergens een plek om te slapen."
"Kom met mij mee," zei de vrouw. "Ik zal je naar een plek brengen waar je te eten krijgt en waar je kunt slapen."
De vrouw leidde de man naar een klein huisje aan de rand van de stad. In het huisje woonde een vriendelijke oude vrouw. De oude vrouw gaf de man te eten en een plek om te slapen.
De volgende dag ging de man terug naar de tafel in het park. De vrouw was er weer, en ze bracht hem nog meer eten.
"Wat doet u dit voor mij?" vroeg de man.
"Ik doe dit omdat ik weet hoe het is om honger te hebben en geen plek om te slapen," zei de vrouw. "Ik ben zelf ooit arm geweest, en ik weet hoe moeilijk het kan zijn."
De man en de vrouw werden vrienden, en ze spraken elkaar elke dag aan de tafel in het park. Na een tijdje begon de man aan de tafel te werken. Hij hielp de vrouw eten te serveren aan de armen, en hij hielp haar het huisje schoon te houden.
De tafel werd een plaats van hoop voor de armen en behoeftigen in de stad. Het was een plek waar ze altijd welkom waren en waar ze altijd eten en een bed konden krijgen.
En zo werd de tafel in het park de tafel van de hoop.