Dilexit nos




"Hij heeft ons liefgehad." Woorden die de apostel Johannes gebruikt om de diepe en onvoorwaardelijke liefde van God voor de mensheid te beschrijven. Liefde die zich manifesteert in de gave van zijn Zoon, Jezus Christus, die stierf aan het kruis om onze zonden weg te wassen en ons te redden van de eeuwige dood.

Liefde zoals een Vader

Gods liefde voor ons is als die van een vader voor zijn kinderen. Het is een liefde die standvastig, onveranderlijk en onvoorwaardelijk is. Ongeacht onze fouten of tekortkomingen, God houdt van ons met een eeuwigdurende liefde. Hij zal ons nooit verlaten of in de steek laten, maar zal altijd aan onze zijde staan, ons begeleiden en beschermen.

Liefde in actie

Gods liefde is niet alleen woorden, maar daden. Het is de liefde die ons tot leven heeft gewekt, de liefde die ons elke ademhaling schenkt en de liefde die ons hoop geeft voor de toekomst. Het is de liefde die ons troost in tijden van nood en ons geneest van onze wonden. Gods liefde is een actieve kracht die onze levens verandert en ons vormt naar zijn beeld.

Een uitnodiging tot liefde

Gods liefde is niet alleen een geschenk, maar ook een uitnodiging. Hij roept ons op om hem lief te hebben en onze naasten lief te hebben zoals hij ons heeft liefgehad. Liefde is het fundament van het christendom en de kern van ons bestaan. Wanneer we liefhebben, weerspiegelen we Gods liefde in de wereld en brengen we zijn koninkrijk dichterbij.

Een liefde die eeuwig duurt

Gods liefde is eeuwigdurend. Het zal nooit eindigen, ook niet wanneer de hemel en de aarde vergaan. In de aanwezigheid van God zullen we de volheid van zijn liefde ervaren, een liefde die onze stoutste dromen te boven gaat. Het is een liefde die ons vervult, ons vreugde en vrede schenkt, en ons eeuwig gelukkig maakt.

Laat ons vandaag het geschenk van Gods liefde koesteren. Laten we hem antwoorden met onze eigen liefde en zijn liefde delen met de wereld om ons heen. Want zoals Johannes schreef: "Wij hebben lief omdat Hij ons het eerst heeft liefgehad." (1 Johannes 4:19)