Donatella Versace: Ik vond de euforie in de mode terug
Door Anna Moldenhauer
Donatella Versace is een Italiaanse modeontwerpster en zakenvrouw. Ze is de zus van de in 1997 vermoorde modeontwerper Gianni Versace. Ze heeft nog een broer, Santo Versace. Al als klein meisje was ze een inspiratiebron voor haar 9 jaar oudere broer.
In een exclusief interview met Vogue vertelt Donatella Versace over haar leven, haar werk en haar liefde voor mode.
Vogue: Hoe was het om op te groeien met Gianni?
Donatella: Het was geweldig! Hij was mijn grote broer en hij beschermde me altijd. We waren erg close en ik keek altijd naar hem op.
Vogue: Wat heb je van hem geleerd over mode?
Donatella: Hij leerde me alles wat ik weet over mode. Hij was een genie en ik ben hem zo dankbaar voor alles wat hij me heeft geleerd.
Vogue: Hoe was het om Versace over te nemen na zijn dood?
Donatella: Het was erg moeilijk. Ik was nog niet klaar om het bedrijf over te nemen, maar ik wist dat ik het moest doen. Ik wilde zijn erfenis voortzetten.
Vogue: Wat was de grootste uitdaging waar je voor stond?
Donatella: De grootste uitdaging was om mezelf te bewijzen. Ik wilde niet dat mensen me alleen maar zagen als de zus van Gianni. Ik wilde mijn eigen stempel drukken op het bedrijf.
Vogue: Hoe heb je dat gedaan?
Donatella: Ik heb mezelf omringd met een getalenteerd team en ik heb hard gewerkt. Ik ben trouw gebleven aan de visie van Gianni, maar ik heb ook mijn eigen ideeën toegevoegd.
Vogue: Wat is je favoriete onderdeel van het werken in de mode?
Donatella: Ik hou van het creatieve proces. Ik vind het geweldig om nieuwe collecties te ontwerpen en ik vind het geweldig om de kleren te zien die mensen dragen.
Vogue: Wat inspireert je?
Donatella: Ik word geïnspireerd door alles om me heen. Ik word geïnspireerd door kunst, door muziek en door mensen. Ik word geïnspireerd door het leven zelf.
Vogue: Wat is je advies voor jonge ontwerpers?
Donatella: Wees jezelf. Volg je eigen dromen en laat je niet door anderen vertellen wat je moet doen. Werk hard en geef nooit op.