Maar goed, laten we verder gaan met het echte onderwerp. De drie koningen, ook bekend als de wijzen uit het oosten, zijn een belangrijk onderdeel van het kerstverhaal. De dagen van 26 december tot en met 6 januari worden zelfs de twaalf heilige nachten of de twaalf heilige dagen genoemd. Ze reizen naar Bethlehem om het pasgeboren kindje Jezus te bezoeken, geleid door een heldere ster. Ze brengen geschenken mee: goud, wierook en mirre.
Deze geschenken zijn symbolisch voor de drie aspecten van Jezus' leven. Goud vertegenwoordigt zijn koningschap, wierook zijn goddelijkheid en mirre zijn lijden en dood. De drie koningen worden vaak afgebeeld als jongemannen uit verschillende delen van de wereld, met verschillende huidskleuren en kleding. Dit symboliseert dat alle mensen welkom zijn in de kerk.
Het feest van Driekoningen wordt op 6 januari gevierd. Het is een dag van feest en viering, en in sommige landen is het een nationale feestdag. Traditioneel wordt er op deze dag taart gegeten, die vaak wordt versierd met symbolen van de drie wijzen en het kindje Jezus.
Maar achter het verhaal van de drie koningen gaat een diepere betekenis schuil. De reis van de drie koningen is een metafoor voor onze eigen reis naar God. We worden allemaal aangetrokken door het licht van Christus, en we volgen dat licht totdat het ons naar de kribbe leidt, waar we de ware betekenis van het leven vinden.
Dus, de volgende keer dat je het verhaal van de drie koningen hoort, onthoud dat het meer is dan alleen een leuk kerstverhaal. Het is een verhaal over hoop, geloof en liefde, en een herinnering dat we allemaal welkom zijn in Gods koninkrijk.