Ah, Erdogan, de man die Turkije al bijna twee decennia regeert. Een leider over wie de meningen sterk verdeeld zijn. Voor sommigen is hij een held, een modernisator die Turkije heeft veranderd van een achtergebleven land in een economische grootmacht. Anderen zien hem als een autocraat, een dictator die de vrijheid van meningsuiting onderdrukt en de rechtsstaat uitholt.
Ik moet toegeven dat ikzelf lange tijd een fervent aanhanger was van Erdogan. Ik zag in hem een leider die Turkije eindelijk de weg naar vooruit wees, die het land bevrijdde van de ketenen van het verleden. Maar naarmate de jaren verstreken, begon ik steeds meer vraagtekens te zetten bij zijn beleid. Zijn steeds autocratischer optreden, zijn onderdrukking van de oppositie en zijn steeds conservatievere maatschappijvisie begonnen me steeds meer tegen de borst te stuiten.
Het dieptepunt kwam in 2016, toen Erdogan een mislukte staatsgreep gebruikte om zijn greep op de macht te verstevigen. Duizenden mensen werden gearresteerd, waaronder journalisten, academici en mensenrechtenactivisten. De vrijheid van meningsuiting werd ernstig ingeperkt en de rechtsstaat werd ondermijnd.
Sindsdien is Turkije steeds meer afgegleden in een autocratie. Erdogan regeert met ijzeren vuist en tolereert geen tegenspraak. De oppositie is monddood gemaakt, de media zijn onder controle gebracht en de samenleving wordt steeds conservatiever. Het Turkije dat ik ooit kende, het land van Atatürk, is verdwenen.
Het is verdrietig om te zien hoe een land dat ooit zoveel belofte had, nu steeds meer wegzakt in een autoritair regime. Erdogan heeft Turkije geschaad, en het zal nog vele jaren duren voordat het land zich van zijn schadelijke beleid heeft hersteld.
Ik kan niet anders dan mezelf afvragen: "Wat is er gebeurd met de hoop die we ooit in Erdogan hadden?" Is hij veranderd, of hebben we hem altijd verkeerd ingeschat? Misschien is het allebei. Maar één ding is zeker: Turkije is een ander land geworden, en niet ten goede.