Als geboren en getogen Bosschenaar stroomt oranje-zwart door mijn aderen. FC Den Bosch, onze trots, heeft een speciaal plekje in mijn hart.
De gloriedagen van de jaren '70 en '80, toen de Bossche Kanaries de Eredivisie stormden, zijn onvergetelijke herinneringen. De sfeer op de Oude Veste, het gezang van duizenden supporters, de spanning die voelbaar was tot in je tenen... het was een ongeƫvenaarde beleving.
Helaas volgden teleurstellende jaren. Degradatie na degradatie bracht ons uiteindelijk in de Eerste Divisie. Het stadion leegde zich, de hoop verdween. Maar wij Bosschenaren bleven trouw. Wij zongen elke wedstrijd uit volle borst het clublied, ook al klonk het soms wat vals.
In 2011 leek het tij te keren. FC Den Bosch promoveerde terug naar de Eredivisie. Een nieuwe generatie spelers, onder leiding van de charismatische trainer Willem van Hanegem, bracht weer vuur in het elftal. We beleefden nieuwe hoogtepunten, zoals de wonderbaarlijke zege op Ajax met 3-1.
Maar de euforie was van korte duur. Een reeks mindere resultaten leidde tot opnieuw degradatie. En zo begon de rollercoaster van emoties opnieuw: euforie en wanhoop wisselden elkaar af.
Het doet pijn om te zien hoe ons eens zo glorieuze club nu vecht om in de middenmoot van de Keuken Kampioen Divisie te blijven. De lege tribune, de onverschillige supporters... het is een trieste aanblik.
Maar ondanks alle tegenslagen blijven wij Bosschenaren hopen. Wij geloven dat FC Den Bosch weer kan herrijzen. Wij blijven zingen, wij blijven supporten, wij blijven geloven.
Want FC Den Bosch is meer dan alleen een voetbalclub. Het is een deel van onze identiteit, een stukje van onze stad. En wij Bosschenaren laten ons niet zomaar uit het veld slaan.
Dus kom op, Bossche Kanaries! Wij staan achter jullie, altijd en overal. Laten we samen strijden voor een betere toekomst. Want FC Den Bosch hoort thuis in de Eredivisie, waar het hoort.
Op naar de volgende rollercoaster, vol met emoties, spanning en vooral oneindige hoop.