Die geïnfecteerde bloed-skandaal is een van de grootste medische schandalen in het Verenigd Koninkrijk. Het gebeurde tussen 1970 en 1991, toen duizenden mensen besmet werden met hiv en hepatitis C door bloedtransfusie. De gevolgen voor de slachtoffers en hun families waren verwoestend.
Het schandaal begon toen er bloed werd afgenomen van betaalde donors die niet werden gescreend op hiv en hepatitis C. Dit bloed werd vervolgens gebruikt voor transfusies bij patiënten. Als gevolg hiervan werden duizenden mensen besmet met deze ziekten, zonder dat ze het wisten.
De overheid was op de hoogte van het risico van virusoverdracht door bloedtransfusie, maar deed niets om het te voorkomen. Het duurde tot 1983 voordat de eerste hiv-test beschikbaar kwam en tot 1991 voordat de hepatitis C-test beschikbaar kwam. Tegen die tijd waren duizenden mensen al besmet.
De gevolgen van het schandaal waren verwoestend voor de slachtoffers en hun families. Velen stierven aan hiv of hepatitis C. Anderen werden levenslang gehandicapt. De slachtoffers en hun families hebben tot op de dag van vandaag last van de geestelijke en emotionele gevolgen van het schandaal.
In 1999 richtte de regering een openbaar onderzoek in naar het schandaal. Het onderzoek concludeerde dat de overheid nalatig was geweest en dat het schandaal voorkomen had kunnen worden. De regering bood haar excuses aan aan de slachtoffers en hun families en betaalde compensatie uit.
Het geïnfecteerde bloed-schandaal is een herinnering aan het belang van bloedveiligheid. Het is ook een herinnering aan de verwoestende gevolgen die nalatigheid van de overheid kan hebben.
Wat kan je doen als je een slachtoffer bent van het geïnfecteerde bloed-schandaal?
Het geïnfecteerde bloed-schandaal was een vreselijke tragedie. De slachtoffers en hun families verdienen onze steun en compassie.