Groene vingers met een groen hart




Groen is de kleur van de hoop, van de natuur en van Greenpeace. En van mijn vingers. Als ik in de tuin aan het werk ben, krijg ik altijd groene vingers. Niet alleen letterlijk, ook figuurlijk. Want als ik in de natuur ben, voel ik me helemaal thuis. Daar ben ik op mijn best.

Ik weet nog goed hoe ik als kind al urenlang in de tuin kon spelen. Ik maakte hutten van takken en bouwde kastelen van zand. Ik observeerde de vogels in de bomen en de insecten op de bloemen. En ik genoot van de geur van de bloemen en de frisse lucht.

Toen ik ouder werd, raakte ik mijn liefde voor de natuur niet kwijt. Ik ging graag wandelen in het bos of fietsen door de polder. En ik werd lid van Greenpeace. Want ik wilde me inzetten voor de bescherming van de natuur.

Bij Greenpeace heb ik veel geleerd over de gevaren die de natuur bedreigen. Over klimaatverandering, over ontbossing en over plasticvervuiling. En ik heb geleerd wat ik zelf kan doen om de natuur te helpen. Ik eet bijvoorbeeld minder vlees, ik scheid mijn afval en ik gebruik geen plastic zakjes meer.

Ik ben blij dat ik mijn groene vingers kan gebruiken om de natuur te beschermen. Want de natuur is belangrijk voor ons allemaal. De natuur geeft ons voedsel, water en lucht. De natuur zorgt voor onze gezondheid en ons welzijn. En de natuur is gewoon prachtig.

Daarom is het zo belangrijk dat we de natuur beschermen. Voor onszelf, voor onze kinderen en voor de generaties die na ons komen.

Je kunt op verschillende manieren bijdragen aan de bescherming van de natuur. Je kunt bijvoorbeeld lid worden van een natuurorganisatie, zoals Greenpeace. Je kunt ook doneren aan natuurbeschermingsprojecten. Of je kunt gewoon je eigen levensstijl wat groener maken.

Elke kleine bijdrage helpt. Samen kunnen we de natuur beschermen. Voor nu en voor later.

Groene vingers, groen hart.