Ik was vroeger een heel braaf kind, maar nu niet meer!




Ik heb altijd geleefd volgens de regels. Ik was een goed kind, haalde goede cijfers en deed wat mijn ouders van me vroegen. Maar op een dag besloot ik om alles overboord te gooien.
De regels overtreden
Ik weet nog goed hoe het was. Ik zat in de klas en luisterde naar de leraar. Hij vertelde iets over geschiedenis, maar ik kon me er niet op concentreren. Ik dacht aan alle leuke dingen die ik kon doen als ik niet op school was.
Ik pakte mijn tas en liep naar buiten. Ik ging naar het park en speelde met mijn vrienden. We klommen in de bomen, renden rond en hadden plezier. Ik had nog nooit zoiets gedaan en het voelde geweldig.
Vrijheid
Voor het eerst in mijn leven voelde ik me vrij. Ik hoefde niet meer naar de regels te luisteren. Ik kon doen en laten wat ik wilde. En dat was precies wat ik deed.
Ik begon te liegen tegen mijn ouders. Ik bleef weg van school. Ik deed dingen waar ik spijt van had. Maar ik deed het toch, omdat het voelde alsof ik leefde.
Gevolgen
De gevolgen lieten niet lang op zich wachten. Mijn ouders ontdekten dat ik loog. Ze waren boos en teleurgesteld. Ik kreeg straf. Maar ik kon er niet om geven. Ik voelde me vrij, en dat was belangrijker dan alles.
Ik bleef maar over de schreef gaan. Ik dronk alcohol, rookte sigaretten en deed drugs. Ik ging naar feestjes en bleef tot diep in de nacht weg. Ik maakte ruzie met mijn ouders en met mijn vrienden.
Spijt
En toen gebeurde het. Ik werd gearresteerd. Ik had iets gedaan wat ik niet had mogen doen. En nu moest ik de gevolgen dragen.
Ik zat in de cel en dacht aan mijn leven. Ik dacht aan alle keuzes die ik had gemaakt. Ik had alles overboord gegooid voor een beetje vrijheid. En nu had ik niets meer.
Ik had spijt. Spijt van alle dingen die ik had gedaan. Spijt van alle pijn die ik had veroorzaakt. Spijt van het feit dat ik mijn leven had verknald.
Verandering
Toen ik vrijkwam, besloot ik om mijn leven te veranderen. Ik stopte met liegen. Ik stopte met weglopen. Ik stopte met het doen van dingen waar ik spijt van zou krijgen.
Ik begon weer naar school te gaan. Ik haalde mijn diploma. Ik kreeg een baan. Ik vond een vrouw en stichtte een gezin.
Ik ben nu een gelukkig man. Ik heb een goede baan, een lieve vrouw en prachtige kinderen. Ik heb alles waar ik ooit van gedroomd heb.
Maar ik vergeet nooit de tijd dat ik een wild kind was. Ik vergeet nooit de gevolgen van mijn daden. En ik vergeet nooit de spijt die ik heb gehad.