Jan Žižka, een van de beroemdste Tsjechische generaals, was een charismatische leider en een briljante tacticus die een belangrijke rol speelde in de Hussietenbeweging.
Žižka werd rond 1360 geboren in Trocnov, Zuid-Bohemen. Hij was een ervaren krijger en diende in het leger van koning Wenceslaus IV voordat hij zich aansloot bij de Hussieten, een religieuze beweging die zich verzette tegen het gezag van de Rooms-Katholieke Kerk.
Žižka's militaire genie kwam tot uiting in zijn vermogen om innovatieve tactieken te ontwikkelen, zoals het gebruik van wagens als mobiele versterkingen. Hij leidde de Hussieten naar een reeks overwinningen tegen de katholieke kruisvaarderslegers, waaronder de beroemde slag bij Vítkov in 1420.
Naast zijn militaire vaardigheden stond Žižka ook bekend om zijn strenge discipline en zijn onverzettelijke geloof in de Hussietische zaak. Hij verloor een oog tijdens het beleg van Rabí in 1421, maar bleef ondanks zijn handicap bevelhebber van de Hussietische legers.
Žižka stierf in 1424 aan de pest, maar zijn nalatenschap leefde voort. Hij wordt beschouwd als een nationale held in Tsjechië en wordt geëerd met standbeelden en monumenten in heel het land.
Jan Žižka was een uitzonderlijke leider en militair strateeg die een belangrijke bijdrage leverde aan de Tsjechische geschiedenis. Zijn verhaal blijft een inspiratie voor Tsjechen en militaire historici over de hele wereld.