Ninjas
Gisteren heb ik een ninja gezien! Niet zomaar een ninja, maar een echte, zwarte pyjamadragende, met een zwaard zwaaiende ninja. Ik liep naar huis van mijn werk, toen ik opeens een schaduw door de steeg zag schieten. Ik stopte en tuurde in de duisternis, maar zag niets. Net toen ik dacht dat ik het me had ingebeeld, hoorde ik een zacht geruis achter mij. Ik draaide me om en daar stond hij, een echte ninja! Hij was helemaal in het zwart gekleed, met een kap over zijn hoofd en een kwaadaardig ogende zwaard in zijn hand.
Ik was doodsbang, maar ook gefascineerd. Ik had nog nooit een echte ninja gezien, en dit was mijn kans om hem van dichtbij te bekijken. Ik besloot hem te volgen, op veilige afstand natuurlijk. De ninja bewoog zich snel en geruisloos door de stegen, als een spook in de nacht. Ik probeerde hem bij te houden, maar ik kon hem niet inhalen. Ik had het gevoel dat hij met me speelde, als een kat met een muis.
Na een tijdje leidde de ninja me naar een verlaten pakhuis. Ik keek om me heen en zag dat er niemand anders in de buurt was. De ninja stopte voor het pakhuis en draaide zich om naar mij. Hij haalde zijn zwaard uit de schede en zwaaide ermee in de lucht. Ik wist dat dit mijn kans was om te vluchten, maar mijn benen weigerden te bewegen. Ik was als verlamd.
De ninja kwam langzaam op me af, zijn zwaard nog steeds in de lucht. Ik sloot mijn ogen en wachtte op de ergste. Maar toen gebeurde er iets onverwachts. De ninja begon te lachen. Ik opende mijn ogen en keek hem verbijsterd aan. Hij lachte als een maniak, alsof hij een grapje aan het uithalen was.
Plotseling stopte hij met lachen en keek me recht in de ogen. "Ik heb je in de gaten gehad," zei hij. "Ik weet wat je van plan bent." Ik was verbaasd. Hoe kon hij weten wat ik van plan was? Ik had nog geen kans gehad om iets te doen. "Je bent een gevaar voor jezelf en voor anderen," zei hij. "Ik zal je moeten uitschakelen."
Met die woorden haalde de ninja weer uit met zijn zwaard. Ik wist dat dit het einde was. Ik sloot mijn ogen en wachtte op de dood. Maar toen gebeurde er weer iets onverwachts. Iemand schreeuwde: "Stop!" Ik opende mijn ogen en zag een man met een pistool in zijn hand de pakhuisbinnen rennen. De ninja draaide zich om en keek naar de man. "Wie ben jij?" vroeg hij. "Ik ben een politieagent," zei de man. "En ik arresteer je voor poging tot moord."
De ninja lachte weer. "Je kunt me niet arresteren," zei hij. "Ik ben een ninja. Ik ben onoverwinnelijk." Maar de politieman liet zich niet intimideren. Hij richtte zijn pistool op de ninja en zei: "Dat zullen we nog wel zien." De ninja haalde zijn zwaard uit de schede en stormde op de politieman af. De politieman vuurde een schot af, maar de ninja ontweek de kogel. Hij kwam steeds dichterbij, zijn zwaard fonkelend in het licht.
In een flits trok de politieman een taser tevoorschijn en schoot ermee op de ninja. De ninja werd geraakt door de taser en viel op de grond. De politieman rende naar voren en boeide de ninja vast. "Je bent gearresteerd," zei hij. "Je hebt het recht om te zwijgen. Alles wat je zegt, kan en zal tegen je worden gebruikt voor de rechtbank."
De ninja zweeg. Hij wist dat het spel voorbij was. De politie kwam opdagen en nam de ninja mee. Ik stond daar maar te trillen, mijn hart bonzend in mijn borst. Ik had net een echte ninja gezien, en ik had het overleefd. Ik voelde me als de gelukkigste man op aarde.
Ik heb de ninja nooit meer gezien, maar ik zal hem nooit vergeten. Hij was een echte legende, een krijger uit de schaduw. En ik had het geluk om hem van dichtbij te zien.