Ronde van Lombardije




Als wielerliefhebber heb ik altijd al gedroomd om de Ronde van Lombardije te rijden. Het is een van de oudste en meest prestigieuze eendaagse wielerklassiekers, ook wel bekend als "de koers van de vallende bladeren" vanwege de timing in het najaar.

Dit jaar lukte het me eindelijk om me in te schrijven voor de granfondo, een toertocht over hetzelfde parcours als de profs. De afstand was 220 kilometer, met een hoogteverschil van 4.000 meter. Een flinke uitdaging dus!

Ik had me goed voorbereid en was vol goede moed. Maar toen ik 's ochtends op mijn fiets stapte, begon het te regenen. En niet zomaar gieten, maar met bakken tegelijk. Ik dacht nog: "Ach, het is maar water." Maar al snel werd het kouder en kouder. En natter en natter.

Na 100 kilometer begon ik het op te geven. Ik was verkleumd en doornat tot op het bot. De regen sloeg in mijn ogen en het water liep in straaltjes langs mijn benen naar beneden. Iedere kilometer leek een eeuwigheid.

Maar toen herinnerde ik me waarom ik dit deed. Ik deed het voor de uitdaging, voor de ervaring en voor de liefde voor de wielersport. En dus zette ik door.

Na 150 kilometer begon het eindelijk op te klaren. De zon brak door en de regen stopte. Ik begon weer op te warmen en mijn lichaam voelde weer sterker worden.

De laatste 70 kilometer waren de mooiste. De bladeren aan de bomen waren prachtig verkleurd en de zon scheen volop. Ik reed door prachtige dorpjes en langs glooiende heuvels. Het was alsof ik door een schilderij fietste.

Toen ik na 6 uur en 45 minuten over de finishlijn kwam, was ik kapot maar ook ontzettend voldaan. Ik had de Ronde van Lombardije gereden, in de regen en in de zon. En ik had het gehaald.

De Ronde van Lombardije was een onvergetelijke ervaring. Het was zwaar, maar ook prachtig. Het leerde me dat je nooit moet opgeven, ook al lijkt het nog zo moeilijk. En dat de beloning voor doorzettingsvermogen altijd groter is dan de moeite die je ervoor hebt gedaan.