Thuishaven
Mijn jeugd bracht ik door in een klein vissersdorpje aan de kust. De geur van zilt water, het geluid van meeuwen en het ritme van de golven vormden de soundtrack van mijn leven. Ons huis, een bescheiden vissershutje, lag vlak aan de haven. Ik herinner me de uren die ik op de kade doorbracht, kijkend naar de vissersboten die binnenkwamen en uitgingen.
De haven was het middelpunt van ons leven. Hier ontmoetten de vissers elkaar, deelden ze verhalen en lachten ze samen. Het was een plaats van kameraadschap en verbondenheid. Ik was altijd gefascineerd door de verhalen van de vissers over hun avonturen op zee. Ze vertelden over stormen, vangsten en verre oorden. Hun verhalen voedden mijn verlangen naar avontuur en wekten een diep respect in mij op voor de zee en degenen die er hun leven aan waagden.
De haven was ook een plaats van rust en bezinning. Ik vond troost in de eenzaamheid van de kade, kijkend naar de eindeloze horizon. Het ritme van de golven kalmeerde me en deed me nadenken over het leven en mijn plek in de wereld.
Toen ik ouder werd, moest ik mijn geliefde dorpje verlaten voor de stad. Maar de haven bleef altijd een deel van mij uitmaken. Het was de thuishaven waar ik naartoe terug kon gaan, waar ik altijd welkom was. De geur van zilt water, het geluid van meeuwen en het ritme van de golven bleven me volgen, een herinnering aan mijn roots.
De haven is meer dan een fysieke plek. Het is een symbool van mijn jeugd, van vriendschap en avontuur. Het is een thuishaven waar ik altijd naartoe kan terugkeren, zowel letterlijk als figuurlijk.
Nu, jaren later, woon ik nog steeds in de stad, maar ik bezoek de haven regelmatig. Ik wandel langs de kade, geniet van de frisse zeelucht en herinner me de dagen van mijn jeugd. De haven is veranderd, maar de essentie is hetzelfde gebleven. Het is nog steeds een plaats van ontmoeting, kameraadschap en rust.
Voor mij is de haven meer dan alleen een plek. Het is een toevluchtsoord, een bron van inspiratie en een eeuwige bron van vreugde. Het is mijn thuishaven.