Ik herinner me nog de dag alsof het gisteren was. Ik was een kleine jongen en zat met mijn vader en mijn broers in de zetel naar de Tour te kijken. We waren allemaal helemaal opgewonden, want onze landgenoot, Eddy Merckx, was op weg om de Tour te winnen. Ik zal nooit vergeten hoe mijn vader juichte toen Merckx de finishlijn passeerde. Dat moment heeft me geïnspireerd om zelf coureur te worden.
Ik begon met trainen toen ik nog maar 10 jaar oud was. Ik fietste elke dag, regen of zonneschijn. Ik wilde net zo goed zijn als Eddy Merckx. Ik droomde ervan om ooit de Tour te winnen, net als hij.
Ik werkte hard en maakte snel vorderingen. Op 16-jarige leeftijd reed ik al bij de junioren. Ik won verschillende wedstrijden en werd geselecteerd voor het nationale team. Ik voelde me alsof ik de hele wereld aankon.
Toen ik 18 jaar oud was, werd ik professional. Ik tekende een contract bij een groot team en begon aan mijn eerste grote races. Ik was zenuwachtig, maar ik was ook vol vertrouwen. Ik wist dat ik het in me had om een grote coureur te worden.
Mijn eerste seizoen als professional was niet gemakkelijk. Ik moest wennen aan het hoge niveau van de wedstrijden. Ik viel een paar keer en raakte geblesseerd. Maar ik gaf niet op. Ik bleef hard trainen en verbeterde snel.
In 2005 reed ik mijn eerste Tour de France. Ik was de jongste renner in de wedstrijd. Ik was erg zenuwachtig, maar ik was ook vastbesloten om het goed te doen. Ik reed goed in de eerste etappes en ik zat zelfs in de top 10 van het algemeen klassement.
Maar in de bergen kreeg ik het moeilijk. Ik was niet gewend aan de lange en zware beklimmingen. Ik verloor veel tijd en ik viel terug in het klassement. Maar ik gaf niet op. Ik bleef vechten en ik eindigde de Tour als 17e.
Ik was blij met mijn prestatie, maar ik wist dat ik beter kon. Ik trainde harder dan ooit en ik was vastbesloten om in de volgende Tour een beter resultaat te behalen.
In 2006 reed ik mijn tweede Tour de France. Ik was beter voorbereid dan ooit tevoren. Ik reed goed in de eerste etappes en ik zat opnieuw in de top 10 van het algemeen klassement.
Maar dit keer was ik beter bestand tegen de bergen. Ik verloor minder tijd en ik bleef in de top 10. Ik reed zelfs een tijdje in de top 5. Maar in de laatste etappe viel ik en brak mijn sleutelbeen.
Ik was kapot van teleurstelling. Ik had zo hard gewerkt en ik was zo dicht bij een podiumplaats. Maar ik gaf niet op. Ik onderging een operatie en begon meteen met revalideren.
In 2007 was ik weer helemaal fit. Ik reed mijn derde Tour de France en ik was vastbesloten om het goed te doen. Ik reed goed in de eerste etappes en ik zat opnieuw in de top 10 van het algemeen klassement.
Dit keer kon ik de druk aan in de bergen. Ik verloor geen tijd en ik bleef in de top 10. In de laatste etappe reed ik zelfs naar de derde plaats in het algemeen klassement. Ik was dolblij. Ik had eindelijk mijn droom verwezenlijkt. Ik had de Tour de France geprezen.