Ik had nooit verwacht dat ik bij een vliegtuigcrash betrokken zou raken. Het was een heldere, zonnige dag toen ons vliegtuig vanuit Bakoe opsteeg, op weg naar Grozny in Tsjetsjenië. Het was een routinevlucht, ik had er al vele gemaakt.
Plots, even nadat we opstegen, voelde ik een hevige klap. Het vliegtuig schudde hevig en ik werd heen en weer geslingerd. Ik hoorde geschreeuw en kreten om hulp. Het was chaos.
Het volgende wat ik wist, was dat ik ondersteboven aan mijn stoel hing. Het vliegtuig stortte snel naar beneden. Ik dacht dat ik zou sterven. Ik kon het niet geloven, dit kon niet echt zijn.
Maar dan, tegen alle verwachtingen in, raakte het vliegtuig de grond en gleed het door een veld. Ik voelde een enorme klap, gevolgd door stilte. Ik was nog in leven.
Ik maakte mezelf los van mijn stoel en worstelde mijn weg uit het vliegtuig. Ik zag rook en vuur om me heen en hoorde mensen roepen. Ik wist niet waar ik was of wat er was gebeurd.
Ik begon rond te lopen, op zoek naar overlevenden. Ik zag een paar lichamen, maar ik zag ook mensen die bewogen en ademden. We kwamen samen en probeerden elkaar te helpen.
Ernstige brandwonden bedekten het lichaam van een vrouw. Ik probeerde haar te helpen, maar het was erg. Ik voelde me zo machteloos.
Uren later kwamen er reddingswerkers ter plaatse. Ze brachten ons naar het ziekenhuis en we kregen de medische hulp die we nodig hadden. Ik was een van de 29 overlevenden van de crash waarbij 38 mensen om het leven kwamen.
Ik ben nog steeds aan het verwerken wat er is gebeurd. Ik ben dankbaar dat ik nog leef, maar ik heb ook een gevoel van verdriet en verlies voor degenen die niet zo gelukkig waren.
Deze ervaring heeft mijn leven veranderd. Ik realiseerde me hoe kwetsbaar het leven is en hoe belangrijk het is om elke dag te koesteren. Ik zal degenen die ik bij deze tragedie heb verloren nooit vergeten en ik zal altijd dankbaar zijn voor degenen die mij hebben gered.