Wolf




Ik hoor het gehuil van de wolven in de wind. Het is een huiveringwekkend geluid dat mijn hart sneller doet kloppen. Ik ril, niet van de kou, maar van opwinding.

Ik ben een wolvenfanaticus sinds ik een klein meisje was. Ik heb boeken over ze gelezen, documentaires over ze bekeken en zelfs een keer een wolvenreservaat bezocht. Maar ik had nog nooit een wolf in het wild gezien.

Tot nu. Ik sta op de rand van het bos en tuur in de verte. Ik zie een roedel wolven in de opening van het bos. Er zijn er vijf: een alfapaar, twee pups en een jaarling. Ze zijn prachtig, met hun dikke grijze vacht en doordringende gele ogen. Ik voel een golf van verwondering over me heen slaan.

De wolven lijken me niet op te merken. Ze zijn gefixeerd op iets in de verte. Ik volg hun blik en zie een groepje herten die het veld oversteken. De wolven gaan in de aanslag, hun spieren gespannen. Ik houd mijn adem in. Dit is het moment waarop ik heb gewacht.

De wolven vallen aan. Ze storten zich op de herten met een snelheid die ik niet had verwacht. Er is een korte worsteling en dan vallen de herten. De wolven hebben hun prooi gedood.

Ik ben verbijsterd door wat ik heb gezien. Ik had niet gedacht dat wolven zo brutaal konden zijn. Maar tegelijkertijd begrijp ik dat dit de manier is waarop ze overleven. Ze zijn jagers en dit is de manier waarop ze eten vinden.

Ik verlaat het bos met een mix van gevoelens. Ik ben bang geweest, maar ook opgewonden en verwonderd. Ik heb iets ongelooflijks meegemaakt en ik zal het nooit vergeten.